Het beste van Australie/ The best of Australia - Reisverslag uit Tasmania, Australië van Lars & Bette - WaarBenJij.nu Het beste van Australie/ The best of Australia - Reisverslag uit Tasmania, Australië van Lars & Bette - WaarBenJij.nu

Het beste van Australie/ The best of Australia

Door: Lars en Bette

Blijf op de hoogte en volg Lars & Bette

07 November 2014 | Australië, Tasmania

For English please scroll down :-)

Hallo al onze trouwe reisvolgers!
Helaas loopt dit blog wat achter met de werkelijkheid. We proberen jullie zo up to date mogelijk te houden, maar helaas voor jullie zijn er voor ons vaak zoveel andere dingen die meestal leuker zijn ;-) Toch vinden we het wel super leuk om de reacties te lezen die jullie bij ons blog schrijven, dus daarvoor bedankt! En ga natuurlijk zo door ;-)
Dus, waar waren we:
Zoals we de laatste keer schreven reden we Adelaide in. Daar checkten we uiteraard in bij ons vertrouwde hostel, waarbij we door John, Richard, Emma en Dane met knuffels werden begroet. Ze zaten er midden in de verbouwing dus geen 2 persoons kamertje voor ons deze keer, maar de dorm is ook goed.
Na dit fijne onthaal stond ons echter een stuk slechter nieuws te wachten: een brief van de RMS. (Roads and Maritime Services) Dat betekent waarschijnlijk een bekeuring, en de bedragen zijn hier niet mis... Maar nee, het kon zowaar nog slechter! Hoewel we voor vertrek uit Adelaide alles hadden gedaan om vanuit South Australia de registratie van onze auto in New South Wales te regelen, was er iets mis gegaan en hebben we de afgelopen 1,5 maand hartstikke illegaal rondgereden. Gelukkig hebben ze ons niet gepakt of wij iemand het ziekenhuis ingereden, want dat had ons een boete van $10.000 opgeleverd en het inleveren van onze auto! Nu is dat gelukkig allemaal niet gebeurd, maar het betekent wel dat we er nu nog weer achteraan moeten terwijl het vrijdag middag is en we over een week de boot naar Tasmanië geboekt hebben. Als je niet in je auto mag rijden, wordt het toch lastig om daar op tijd te komen :-s
We zullen jullie onze exacte gevoelens besparen, maar jullie zullen begrijpen dat we hier allerminst gelukkig mee waren. Vooral toen bleek dat de dame die Lars aan de telefoon had om te achterhalen wat er fout was gegaan voornamelijk boos was op ons omdat we zonder registratie hadden rondgereden. Ja, dat hadden we natuurlijk helemaal expres gedaan... Uiteindelijk kreeg Lars haar gekalmeerd en wist hij uit haar te krijgen dat onze registratie verlenging was afgewezen omdat op de keuringspapieren stond dat de auto de veiligheidstest niet had doorstaan. Wat ze daarbij over het hoofd hadden gezien was dat er een stempel overheen stond met dat alle gebreken verholpen waren en dat hij was goedgekeurd. Het duurde helaas nog tot maandag middag voordat ze die fout in Sydney erkent en hersteld hadden, en wij niet meer compleet gestresst rondliepen.
Gelukkig hebben we dat weekeinde ook nog wel wat leuke dingen kunnen doen. Zo hadden we de vrijdagavond dat we aankwamen nog een personeelsborrel waar we zowaar de eigenaar van het bedrijf waar we voor hadden gewerkt; Matthew ontmoetten (Lars dus voor de tweede keer) en hij de gelegenheid te baat nam om iedereen op drankjes en hapjes te trakteren. Gek was wel om te horen dat een aantal van onze op het oog zeer gemotiveerde collegas er ook al niet meer werkten...
Na een gezellige vrijdagavond hadden we saaie bezigheden op zaterdag zoals de was doen en vliegtickets kopen, maar ook leuks zoals het openen van post en een pakketje van jullie thuis én daarna het lezen van de kranten die als opvulmateriaal hadden gediend ;-) De zondag gingen we samen met Dane en 2 tieners die met hun ouders zo'n beetje permanent in het hostel verbleven naar het nabij gelegen strand in Semaphoor, waar de jongens zelfs nog een zeehond zagen.
De maandag nog weer wat saaie maar noodzakelijke laatste dingen geregeld terwijl Bette's korte broek van de waslijn was verdwenen! Nu had ze nog maar 1 broek om aan te trekken, want degene die ze onderweg zelf had gemaakt was ondertussen versleten. Een kwartier voor vertrek op dinsdag vonden we hem terug in de wasmand van een stelletje waarvan de jongen verondersteld had dat hij van zijn vriendin was...
Na weer van iedereen afscheid te hebben genomen reden we Adelaide richting het oosten uit, via nog weer een mooi stuk van de Adelaide hills. We reden langs de kust richting het zuidoosten en passeerden deze keer een gigantisch hobbelpaard en een gigantische kreeft. Letterlijk. Dorpjes in Australië lijken er genoegen in te scheppen de grootste dit of dat te hebben.
Die avond belandden we na toch nog een behoorlijke zoektocht op een uitkijkpunt waar we betrekkelijk rustig en dus gratis konden overnachten.
De volgende dag zijn we meer landinwaarts naar de Narracorte grotten gereden. Hier konden we de botresten van dieren zien die hier 500.000 jaar geleden in Australië hebben rondgelopen. In het veel oudere zandsteen zijn ronde gaten uitgesleten die uiteindelijk tot wel enkele tientallen meters diep konden worden en enkele meters in doorsnee. Zie daar als onoplettend dier maar weer eens uit te komen... Omdat de gaten ook zo groot werden is er ook giga fauna in beland. Stel je een wombat voor met het formaat van een olifant!
Daarna zijn we nog naar Mount Gambier gereden om het erg blauwe kratermeer te bekijken en kunnen we nu ook zeggen dat we met onze auto door de krater van een vulkaan hebben gereden.:-)
De volgende dag zijn we zowaar aan de Great Ocean Road begonnen, maar niet voordat we gebruik hadden gemaakt van een openbare douche die we onderweg tegen waren gekomen. Helemaal gratis, maar wel maar 6 minuten water. Zo bleek na beiden net niet genoeg tijd te hebben gehad om onze voeten af te spoelen...
Daarna zijn we zowaar aan de echte Great Ocean Road begonnen. Prachtige stijle oranje kliffen, hoge golven, verrassende doorkijkjes, mooie uitzichten. We hadden zelfs het geluk een koala met een jonkie in een boom te zien zitten! :-)
Beetje jammer was dat aan het eind van de weg een camping zat die ondanks dat we gebeld en gevraagd hadden, je toch vooraf moest boeken en betalen. Dat hadden we dus niet gedaan, en hier was natuurlijk geen bereik. Samen met nog 2 duitse jongens maar besloten het erop te wagen en de volgende ochtend weer vroeg te vertrekken.
De volgende dag bracht ons langs nog meer landschapsschoon, mooi uitzichtpunten, schattige dorpjes en wandelingetjes naar watervallen. Soms werd de weg wel erg stijl, maar ons autootje heeft ons er netjes overheen getrokken.
Helaas was het laatste stuk naar Melbourne weer gewoon over de snelweg. Met wat geluk reden we in Melbourne direct naar de boot toe, die ons in 1 nacht tijd naar Tasmanië zou varen.
Op de boot raakten we nog aan de praat met een aardige dame die ons ondanks dat ze midden in een verhuizing zat uitnodigde bij haar te komen logeren!
Voordat we Tasmanië op mochten moesten we weer alle groente en fruit inleveren. Daar ging onze knoflook. Alweer... ;-)
Vanuit Devonport zijn we naar het schattige Stanley gereden om daar het grote stuk rots dat ze 'the nut' noemen te beklimmen. Toen terug naar Burnie om er de rhodondendron tuin te bekijken, maar vooral ook om te genieten van de heerlijk geurende bloemen. (Overigens moet worden gezegd dat Tasmanië erg mooi is om doorheen te rijden.)
In Penguin gingen we naar onze gastvrouw van vanavond: Jill, die ons een korte rondleiding gaf voordat ze vertrok om bij haar ouders te gaan eten. Wij genoten ondertussen van een balzaal van een badkamer en lagen al te slapen voordat Jill weer thuis was.
De volgende ochtend namen we alweer afscheid van Jill, want de overland track wachtte op ons.
Langs de supermarkt om voorraden voor een week in te slaan en (via de Fernglade rivier om tevergeefs te speuren naar een vogelbekdier) naar Cradle Mountain national park. Uiteraard verschillende zijweggetjes ingeslagen op zoek naar een beschutte kampeerplek, maar toen we op 1 paadje, dat net zo breed was als de afstand tussen de voor en achterbanden, moesten omkeren, besloten we toch maar naar een camping te gaan.
De camping beschikte over een mooie hut om in te koken, en tussen alle struiken stikte het van de pademellons (iets tussen een rat en een wallabi in) en possums. Vooral de laatsten waren nogal brutaal. Hoewel werd aangeraden je schoenen niet te laten slingeren, was er één possum zo bijdehand, dat hij Lars zijn schoenen probeerde te stelen terwijl hij er nog in stond!
Aangezien we nu de beschikking hadden over een douche hebben we daar zowel savonds als smorgens nog eens van gebruik gemaakt, voordat we een week zonder moesten.
De overland track begon al goed met het zien van een wombat. Het was mooi weer, en het wandelen tussen heide, bemoste bomen, knoopgras en besneeuwde bergen beviel ons goed. Uiteraard moesten we Cradle Mountain op, maar toen het pad overging op losse rotsblokken met daartussen verraderlijke hopen sneeuw, besloten we dat één top net zo goed was als dé top. Iedere avond eindigden we bij een hut, die in kwaliteit en formaat onderling erg verschilden, en dan lag het er maar net aan of we de tent opzetten, of dat we onze slaapzakken in de hut uitrolden.
Omdat de hutten en kampeerplekken op mooie dagtocht afstanden van elkaar lagen, leidde het ertoe dat we telkens ongeveer dezelfde mensen tegen kwamen en we langzaam een gezellige groep vormden.
Onderweg hebben we het erg getroffen met het weer. Vooral zon, met hier en daar een klein buitje en op t laatst aardig wat wind. Snachts kon het wat vriezen, maar sneeuw hebben we niet gezien. Nu klinkt dat misschien gek, maar de overland track staat bekend om zijn veranderlijke weer. Niet veranderlijk zoals in Nederland, maar de-ene-week-20-graden-en-de-volgende-week-2-meter-sneeuw-veranderlijk... Natuurlijk kwamen we daar pas na 5 dagen achter, op het moment dat er een paar rangers kwamen informeren naar een vrouw uit onze 'groep', die de nood helicopter had ingeroepen, omdat lopen haar teveel pijn aan haar knieën en heupen deed. Zoals ze na dag 2 zelf al zei, had ze moeten omkeren...
Na 7 dagen van de buitenwereld te zijn afgesloten, al onze benodigdheden op onze rug te hebben meegedragen, na 2 uur stil aan het water zitten te zijn beloond met het zien van een vogelbekdier, nieuwe vrienden gemaakt te hebben en ontzettend genoten te hebben van de natuur en het landschap, kwamen we aan in t plaatsje bij Lake st. Clair. Vanuit het restaurant werden mede finish-genoten toegezwaaid waarna de club in het restaurant steeds groter en gezelliger werd.
Aangezien het plaatsje alleen bestaat uit toerisme weten ze hun prijzen wel te vragen, maar een echt bed is toch ook wat waard. Toen bleek dat daar bovenop nog kosten werden gerekend voor een douche hadden onze groepsgenoten Michael en Michelle wel medelijden met ons, en boden aan gebruik te mogen maken van de badkamer in hun privé huisje! :-) Weer lekker schoon hebben we onszelf daarna getrakteerd op een luxe maaltijd in het restaurant.
Hoewel we maar zo'n 90 km wandelen van onze auto verwijderd waren, was het via de weg ruim 300 km rijden. Gelukkig hadden we voor de volgende dag een lift kunnen regelen bij een familie van medewandelaars. Ze brachten ons tot op een redelijk verlaten kruising op 40km vanaf onze auto. We waren nog aan het afscheid nemen toen de eerst auto de bocht om kwam, en Bette daar direct een lift bij wist te regelen. Zo waren we onverwacht dezelfde middag alweer bij de auto, en besloten we meteen maar verder te rijden om meer van Tasmanië te zien. Zo zijn we via Southwest national park met veel regen en mooie meren naar Mount Field national, park met moeraseucalyptussen die tot 90m hoog! kunnen groeien, gereden. Aangezien hier meer te doen was dan verwacht, hebben we nog met kromme tenen gezeten of we genoeg benzine zouden hebben, maar dat kwam uiteindelijk allemaal goed. Wat wel vervelend was, was toen we boven aan een pad gekomen waren waar een mooie wandeling moest zijn, het ten eerste goot van de lucht maar dat we ten tweede een lekke band hadden! Bovendien bleken er behalve een krik geen banden vervangspullen bij de auto te zitten. Gelukkig kwam een duits/italiaans stelletje dat een auto had gehuurd ons te hulp, en had Lars vlot het wiel vervangen, waarna het natuurlijk opklaarde. Tot het moment dat we aan het wandelingetje begonnen...
Deze avond eindigden we in Hobart waar we weer eens in een hostel zaten voor een paar dagen.
Een bezoek aan Hobart is natuurlijk niet compleet zonder een bezoek aan het MONA. (Museum of Old and New Art) Dat was een bijzondere ervaring. Hoewel het overkoepelende idee achter de tentoonstelling ons ontging, zaten er verscheidene interessante stukken tussen.
Verders zijn we nog naar de 'female convict factory' (vrouwen gevangenis voor alle Engelse veroordeelden) en de botanische tuin (waar net het lente-festival aan de gang was) geweest. We zijn ook nog een middelbare school genoot van Lars tegen gekomen(!) en hebben een paar (voor Australische standaard) goedkope pakken de Ruyter hagel op de kop weten te tikken :-)
Via Richmond en de oude brug zijn we naar het Tasman peninsula en nationaal park gereden waar we hebben gekampeerd. De volgende dag stond nog een gevangenis op het programma, of beter gezegd een gevangenenkolonie, en wel die van Port Arthur. Hier hebben we eerst de hele dag rond gewandeld en vanalles bekeken, verhalen aangehoord en het museum bezocht, waarna we met donker nog eens terug kwamen voor de spooktocht. Een gids met een lange zwarte regenjas, 4 gaslantaarntjes, spannende verhalen, en je verbeelding doet de rest... :-)
Uiteraard hebben we het Freycenet peninsula nog rond gereden waarbij we nog een echidna zagen kuieren, op een strandje erg mooie schelpen en gigantisch zeewier tegenkwamen en het op een camping moesten doen met een koude douche omdat het geen hoogseizoen was.
Uiteraard moesten we ook een kijkje nemen bij het veel geprezen Wineglass Bay, en hoewel erg mooi, is het toch spectaculairder om per ongeluk iets te 'ontdekken' zoals de Friendly Beaches. Hier mochten we zelfs gratis kamperen, en was het de volgende ochtend zo warm dat we in ons zwemgoed op het strand hebben ontbeten. Tegen de middag zijn we er vertrokken, want we waren uitgenodigd bij Duncan en Jane, die we ook op de Overland track ontmoet hadden. We besloten een kortere en daardoor overharde route te nemen. Op zich geen probleem, maar aangezien de richtingen er minder goed stonden aangegeven en wij lekker zaten te kletsen, waren we helemaal verkeerd gereden. We kwamen dan ook later dan gepland aan bij Duncan en Jane, en toen ze tot ons genoegen op een schapenboerderij bleken te wonen, betekende dat echter wel dat de supermarkt wat ver weg was voor ons om nog wat te gaan halen. Kennelijk was dat voor onze gastheer en -vrouw een goeie reden om ons te verwennen, zo lief!
De volgende dag hebben we nog een rondleiding gehad over zowel het schapenbedrijf als de afdeling die zaden schoonmaakt, en nam Jane ons nog mee naar de Cataract Gorge in Launceston. Wat was het heerlijk om weer eens in een huis, ook al is het niet je eigen huis, te zijn. Tot onze spijt was het toen alweer tijd om te vertrekken, want die avond gingen we met de boot die ons alweer van Devonport naar Melbourne bracht. De drie weken op Tasmanië zijn dus omgevlogen, maar we kunnen wel zeggen dat het onze favoriete staat van Australië is.


-ENGLISH-============================
-ENGLISH-

Hello to all our beloved travel followers!
We are trying to keep our promise of writing in English and keep you up to date. Unfortunately our blog is much behind compared to reality, so our apologies. On the other hand we want to thank you all for continuously posting all the nice comments on our blog. It really makes us happy to see so many of you enjoying it, so thank you!
The last thing we wrote was that we drove into Adelaide. Ofcourse we checked in at the same hostel as before and we were immediately welcomed with hugs and kisses by John, Richard, Emma and Dane:-)
The host was by now in the middle of the renovations, so no private room for us this time, but a dorm works just as well.
After this very nice welcome there was sine bad news waiting for us though: a letter from the Roads and Maritime Services. This probably meant a fine of some sort, and they surely aren't cheap here in Australia. But somehow it could even be worse. Even though we had gone through lengths in registering our New South Wales car here from South Australia, it somehow went wrong and we had been driving a unregistered vehicle for 1,5 months! If we would have driven someone into hospital or gotten caught in the meantime, we would have had to pay $10.000 and we would have lost our car. Luckily none of that happened, but it did mean we couldn't drive our car until everything was sorted out, but today was a Friday afternoon and in a week we had to catch the ferry to Tasmania...!
We will spare you our exact feelings, but you'll understand we weren't happy with this. Especially when the woman whom Lars spoke to on the phone, to see what went wrong, was just furious at us for being negligent and driving around without registration. As if we did it on purpose... Eventually Lars managed to calm her down to find out that the application for a new registration was declined because according to them our car had not passed the roadworthy and safety tests! What they apparently hadn't seen was the stamp across the 'fail' on this form saying that all the problems they initially found in the garage had been fixed and that our car was good to go. Unfortunately it took them until Monday afternoon for them in Sydney to admit it and then fix it, and we could stop being completely stressed out.
Luckily we have been able to do some nice things in the weekend as well. The Friday evening there were staff drinks to go to. There we met (for Lars it was the second time) the owner of the company: Matthew. He took this occasion to buy everybody drinks and snacks. It was weird to find out though, that some of the seemingly very motivated colleagues had quit in the meantime...
After a nice Friday evening we had some boring stuff on Saturday like doing the Laundry and buying flight tickets, but also the pleasure of opening letters and a package from home. After which we read the newspaper that had been used for filling up the package ;-) The Sunday we went with Dane and two teenagers who were sort of permanently living with their parents in the hostel, to the nearby beach in Semaphore. There the boys even saw a seal.
The Monday we finished some boring but necessary things while Bette's short trousers went missing from the clothesline... Now she only had one pair to wear, because the one she made while travelling had fallen apart already. Fifteen minutes before we would leave on Tuesday we found it back between the clothes of some other couple. Apparently the guy had presumed it to be the shorts of his girlfriend...
After again saying goodbye to everyone, we left Adelaide through another beautiful part of the Adelaide hills. We drove southeast and along the coast while passing a giant rocking horse and a giant lobster. Literally. For some reason Australian towns seek pride in having the biggest something. That evening we ended after quite some searching on a pretty quiet lookout where we could thus spend the night for free.
The next day we went more land inwards to go to the Narracorte caves. Here we could see the bone remains of animals that have lived here in Australia 500.000 years ago. In the much older sandstone deep shafts have eroded overtime, and because sometimes they were a couple of meters in diameter, some mega fauna got trapped inside. Just imagine a wombat the size of an elephant!
After that we drove to Mount Gambier to look at the very blue crater lake, and we can now also say that we have driven inside the crater of a vulcano. :-)
After that we actually started with the great ocean road. Wonderful steep orange cliffs, high waves, surprising and beautiful views. We even had the luck to see a koala with its young sitting in a tree! :-)
It was a bit of a pity to find a campground at the end of the road which you needed to book and pay in advance, even though we had called to find out there wasn't any. So ofcourse we didn't have a booking and any cellphone reception. Together with 2 German guys we decided to take our chances, and just leave early the next morning.
The next day brought us even more beautiful views, cute villages and splashing waterfalls. Sometimes the road got really steep, but our car did its best, and pulled us over it.
Unfortunately the Great Ocean Road came to an end and there was only a highway leading to Melbourne. With quite some luck we drove straight to the ferry, which would bring us overnight to Tasmania.
On the boat we ended up talking with a nice lady, who, despite of being in the middle moving houses, invited us to come and stay over at her place!
Before entering Tasmania we had to hand in all of our fruit and vegetables. There went the garlic. Again... ;-)
From Devonport we drove to cosy Stanley to climb the big peace of rock which they call 'the nut'. From there we went back to Burnie to see, and most importantly, smell, the rhodondendron garden. (It must be said that Tasmania is very pretty to drive through.)
In Penguin we went to our host of that night: Jill. She gave us a short tour through the house and then left us alone with the cats and a ballroom size bathroom! (thanks so much Jill!) We were already asleep before Jill returned home that night.
The next morning we said goodbeye to Jill, because the overland track was waiting for us. First to a supermarket to get groceries for a week, then to Fernglade river, hoping in vain to spot a platypus, and then onwards to Cradle Mountain. Before getting there we tried some side roads to find a good camping spot, but when we had to turn around on a road as narrow as the width between the front and back tires, we decided to go to a caravanpark.
The caravanpark had a nice hut for cooking and there was plenty of wildlife hopping and walking around in the shrubs. Mostly pademellons (a fusion of a wallabi and a rat?) and possums. Especially the last ones were very cheeky. Although there were signs that said to not leave your shoes unattended, there was one possum that tried to steal Lars his shoes, while he was still in them!
Since we had a shower anyway, we decided to use it both in the evening ánd the morning, because after today we would have to do a week without.
The overland track started already well with seeing a wombat. The weather was good, and walking between mossy trees, buttongrass and snowy mountains suited us fine.
Ofcourse we had to climb Cradle Mountain, but when the path turned into a stack of rocks with holes covered by snow, we decided that climbing á top, was just as good as thé top. Every day ended at a hut. The size and quality ranged quite broadly, but it depended on the day if we would put up our tent or roll out our sleeping bags in the hut. Because the huts were nicely spaced on intervals of a day walking, we always ended up with roughly the same people, which formed quite a nice group.
Along the track we were really lucky with the weather. We had mostly sun and sometimes some rain and in the end big winds. During the night it could freeze, but we didn't have snow. That might seem a bid odd, but the overland track is known for the changing weather. This is not changeable weather like in the Netherlands, but more like 20-degrees-in-the-first-week-and-2-meters-of-snow-in-the-next-week-changeable. Ofcourse we only found that out after 5 days when rangers came to ask us about the woman in our group who had called in the helicopter to get her out. Her hips and knees hurted too much to continue. She should have listened to herself, and have returned the second day...
After 7 days without knowledge of the outside world, having carried all our belongings on our backs, sitting silent for 2 hours to be rewarded with the sight of a platypus, having made new friends and incredibly enjoyed the nature and the landscape, we arrived in the town at Lake st. Claire. This town solely exists because of the walkers, so it is very expensive. But a nice bed is worth something. When it turned out we still had to pay seperately for the shower, our fellow walkers Michael and Michelle felt sorry for us and invited us to use the bathroom of their private suite! :-) (Thanx!) All clean we went back to luxuriously enjoy a meal in the restaurant.
Even though we were only 90 km of walking removed from our car, it was at least 300km by car. Luckily we were able to arrange a lift with a family we had been walking with, and they dropped us of at a pretty remote junction, but only 40kms away from our car. We were still busy getting our of the car and saying goodbye to everyone, when the first car already came around the corner. Bette was so lucky to immediately arrange a ride with them, which resulted in being back at the car much sooner than expected, so we decided to immediately drive onwards, and see more of Tasmania.
Via Southwest national park with a lot of rain but beautiful lakes, we drove to Mount Field national park with swamp eucalyptuses that can grow up to 90m tall! Because it turned out that there was much more to see and do than we anticipated, we ran a bit short on petrol. Luckily everything went well, and we reached the gasstation in time. The downside was however, that when we reached the summit of one of the mountains at the beginning of a supposedly beautiful walk, it was first of all pouring with rain, but second, we had a flat tire! On top of that, the only things we had were a spare tire and a jack... Luckily there was a German/Italian couple with a rented car, that could help us with the other tools. Very soon Lars had replaced the tire, and it stopped raining. Ofcourse only until we started to do the walk...
That evening we ended up in Hobart where we stayed a couple of days in a hostel for a change.
A visit to Hobart isn't complete without a visit to the Mona (Museum of Old and New Arts.) There where some really nice, interesting and controversial pieces, although the general idea behind the exposition eluded us. We also visited the Female convict Factory where the female convicts where held and went to the botanical gardens. One of the evenings in the hostel we stumbled upon a guy Lars had went to highschool with. He gave us a tip where we could buy some relatively cheap cartons of real de Ruyter chocolate sprinkles. :-)
Via Richmond and the old bridge, we went to the Tasman peninsula and national park. We camped there before going to yet another prison, or actually a convict settlement: Port Arthur. We first spend the day there walking and looking around and attended some of the guided tours. We decided to come back in the evening to join a ghost tour. It meant a lady in a long black raincoat, gaslanterns, spooky stories and your imagination does the rest...
After a last round over the Tasman peninsula we drove down to the Freycenet Peninsula. On our way we saw an echidna strolling around, collected shells and found gigantic seaweed at a little beach. On the Peninsula we camped on a site with cold showers (cause it was low season) and walked a trail along hazzards beach and the famous wineglass bay. Although the bay is definitely postcard worthy we preffered our "discovery" of the friendly beaches where we camped for free and ate breakfast while sunbathing at the wateredge. Then we drove to Duncan and Jane who we met on the overland track, and had invited us to stay over. We decided to take the short road through the wilderness over unsealed roads. While chatting,we ofcourse missed our junction and ended up totally in the wrong direction. So we arrived a bit later as planned at what turned out to be a beautiful sheep farm. Duncan and Jane spoiled us with an own room, hot shower and a delicious meal with lamb shops of the bbq. The next day Jane took us over the farm and showed al the plots with different sheep and crops. Then we got a tour around the seed cleaning company of Duncan, and explanations on all the different machines. The last part of the day Jane took us to the Cataract Gorge in Launceston, a beautiful nature park next to city centre. Unfortunately that was already the end of our stay with them, (Duncan and Jane thank you so much, it was wonderfull staying with you) and the end of our time on Tasmania, since we had to catch the ferry back that evening. The tree weeks on the Island had flown by, and we can definitely say it turned out to be our favorite state.

  • 08 November 2014 - 13:33

    Jeannette:

    heerlijk om die reisverslagen van jullie te lezen en om de mooie foto's op FB te zien.geniet de laatste 8 maanden nog maar van al het komende moois.

  • 08 November 2014 - 18:56

    Dineke:

    Wat weer een mooi verhaal van jullie belevenissen . Ik zie het allemaal voor me. Jullie beleven zoveel. Nou hier gaat ook alles goed hoor . Ome Sjaak die reis ook zo en nu endan over de wereld omdat hij patiënten moet ophalen , die of een ongeluk of een hartaanval hebben gekregen en die dan in een land in het ziekenhuis daar verblijven en die dan weer terug Naar Nederland moeten vliegen , dus al met al mooie baan . Wij gaan vanavond naar tante Marie Anne op verjaardag en morgen zondag viert Ciska haar 18 de verjaardag ,dus een gezellig verjaarsweekend voor ons . Nou lievers geniet weer lekker van jullie reis en we wachten weer met spanning op jullie volgende verhalen. Liefs en dikke knuffels van ons tweetjjes xxx

  • 09 November 2014 - 21:46

    Jet Postma:

    Ha Lars en Bette, wat een mooi verslag weer. Tasmanie klinkt fantastisch! Bedankt, ik ben weer bij!

  • 09 November 2014 - 22:31

    Jet Postma:

    Ik wist trouwens niet wat een echidna is, en heb hem opgezocht. Wat een grappig beest.

  • 14 November 2014 - 14:28

    Sander:

    Overland track ziet er wel heel mooi uit! Nog maar 8 maanden, eind is al in zicht en jullie moeten nog een halve wereld ;)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lars & Bette

Actief sinds 16 Juli 2013
Verslag gelezen: 1163
Totaal aantal bezoekers 43078

Voorgaande reizen:

30 Juli 2013 - 30 Juli 2015

Wereldreis

Landen bezocht: