Langs de Amerikaanse westkust omhoog - Reisverslag uit Seattle, Verenigde Staten van Lars & Bette - WaarBenJij.nu Langs de Amerikaanse westkust omhoog - Reisverslag uit Seattle, Verenigde Staten van Lars & Bette - WaarBenJij.nu

Langs de Amerikaanse westkust omhoog

Door: Lars en Bette

Blijf op de hoogte en volg Lars & Bette

16 November 2015 | Verenigde Staten, Seattle

Hallo allemaal, (For the English version, again please scroll down.)
Het heeft even geduurd sinds ons laatste blog, maar hier is er weer één. Geniet ervan!
We reden alweer onze 7e staat van Amerika in: Oregon. We kwamen voor het meer in 'Crater Lake National Park', maar dat was compleet onzichtbaar vanwege de potdichte mist waar we omhoog rijdend de vulkaan op, in terecht kwamen. Toch wel teleurgesteld reden we maar weer verder en het park uit, om dan op een lager niveau maar naar watervallen te gaan kijken. Deze bleken inderdaad de moeite waard, en na daar een nacht gekampeerd te hebben besloten we terug te gaan naar het meer om het een 2e kans te geven. Dit bleek een goede keus, want het was inderdaad prachtig. Vooral met de nog aanwezige plukjes sneeuw hier en daar.
Onze weg voerde ons verder over slingerende wegen in een mooie groene omgeving. Het vinden van een kampeerplek bleek vanavond echter wat moeilijk te zijn. Als de van de buitenwereld afgesloten reizigers die we zijn, hadden we niet door dat het Memorial day was, en iedereen voor het weekeinde erop uit trok. Het enige dat wij merkten was overal volle campings. Maar niet getreurd, Vincent had immers een GPS programma op zijn telefoon, dat bovendien ook wist waar er campings moesten zitten. Toen we bij de afrit waren werden we begroet door een bord waar een wel erg moralistische tekst op stond. Aan het eind van het slingerpad kwamen we terecht op niet een camping, maar meer een soort kamp. Na in eerste instantie te zijn omgekeerd, besloten we het toch even te vragen. En jahoor, dit was een kamp voor Christenen! Hoewel het nog in aanbouw was, dachten ze inderdaad om hun medemens, en lieten ze ons een nachtje blijven. Hoewel we hadden gehoopt op een douche en een met water doorgespoelde wc, moesten we ons zien te redden achter een paar pollen gras...
Onze weg vervolgde zich langs de kust omhoog tot aan een strand met duinenrij die verrassend veel op die van ons thuis leken. We stopte in Jahats (of zo hoorde je het iig uit te spreken) om daar van een paar wijnen te proeven en Vincent van een roze blos te voorzien. Deze avond hadden we wel geluk en vonden we een camping die nog plek had, én hadden we er ‘s avonds een kampvuurtje bij. De volgende ochtend zijn we nog wat anemonen gaan pesten in de getijdenpoeltjes aan het strand, zagen we een paar erg grote zeesterren en wat zeehonden op een rots, voor we weer verder reden en onderweg genoten van al het moois om ons heen.
Deze avond bleek maar weer hoe ongewoon het is om te willen kamperen in een tent, want de campings die we tegenkwamen hadden alleen plek voor RV's. Oftewel huizen op wielen van het bescheiden formaat stationwagon tot oude NZH-bus inclusief trekhaak voor de mini. Want zeg nou zelf, die bus is handig om in te kamperen, maar niet om in te rijden! Aangezien die zware bakbeesten alleen maar zouden wegzakken als je ze op gras parkeert, is alles netjes geasfalteerd, en zijn de plekken zo ingericht dat je er aan de ene kant op kunt rijden, en er aan de andere kant weer af. (zogenaamde 'pull-through sites') Wederom omdat die dingen niet zijn bedoeld om mee te rijden, laat staan achteruit in te parkeren. Om het deze kampeerders echt naar de zin te maken, zijn de meeste sites voorzien van 'full hookup'. Voor ons Europeanen is een stopcontact en water op loopafstand natuurlijk al voldoende, maar dat kan hier echt niet meer. De waterkraan staat naast je RV, met schroefdraad op de tuit zodat je direct een slang kunt aansluiten. Uiteraard heb je ook niet genoeg aan maar 1 stopcontact, maar krijg je er minstens 2, en aangezien ze toch bezig waren kabels aan te leggen krijg je ook een tv-kabel erbij. Wat moet je na het inparkeren van zo'n lel anders de rest van de dag doen nietwaar? Maarja, als je de hele dag binnen tv zit te kijken heb je natuurlijk geen zin om eerst een eind te lopen en dan van het algemene badgebouw gebruik te maken. Dus leveren ze ook een lokaal soort riolering waar je al je vloeibare afval zo via een dikke slang vanuit je RV in af kunt voeren. Als dat niet nog eens makkelijk is?! Maargoed, een tent gedijd niet zo goed op asfalt, en voor zover ik weet hebben wij een gewone tent en niet de deluxe versie met wc-uitbouw, dus dat werd hem niet. Op één van de campings was een mevrouw achter de balie zo vriendelijk om een kaartje uit te printen met daarop de dichtst bijzijnde bos-campings met een stuk minder luxe, én geschikt voor twee tentjes.
De volgende bezigheid was het vinden van de toeristeninfo in Portland. De zogenaamde bier hoofdstad van de V.S. Toen we die eindelijk hadden weten te lokaliseren bleek echter dat er hier in Portland niet zozeer bier geproefd als wel gedronken kon worden. Om wel wat te kunnen proeven maar niet meteen helemaal dronken te raken moesten we nog even bijna 100 km naar het noordoosten rijden. Maar daar was het goed voor mekaar. Eerst een rondleiding door de brouwerij, waarna je in het café proefplankjes met 6 verschillende bieren kon bestellen. Na van 2 verschillende plankjes te hebben geproefd, waren we het erover eens dat de 'session cream' het lekkerst was.
Vervolgens stonden er nog meer vulkanen op het programma. Als eerste gingen we naar Mount St. Helens waar in 1980 de top van is afgeblazen/afgezakt. Het landschap er omheen is nog steeds aan het herstellen van dit geweld. Vervolgens gingen we naar Mount Rainier. Ook hier lag er nog best wat sneeuw op plaatsen, maar desondanks was het er erg warm. We besloten dan ook een mooie rondwandeling te maken. Langzaamaan kwamen we in steeds meer sneeuw terecht, tot we bij een steile afdaling met zigzag-pad kwamen. We besloten van het warme weer gebruik te maken en zijn op onze kont dan wel buik naar beneden gegleden. Daarna waren we uiteraard zeiknat, maar voldaan. :)
Met uitzicht op Mount Rainier ligt Seattle. Hoewel we niet perse hier heen hadden gewild behalve om uiteindelijk de huurauto in te leveren, wilde het zo zijn dat Apocalyptica er deze avond op zou treden. Na aan de deur kaartjes te hebben gekocht gingen we op zoek naar accommodatie. De motels hier waren wel erg duur, dus werd het uiteindelijk een camping net buiten de stad. Het concert was uiteraard geweldig, en al een ervaring op zich vanwege het feit dat je in Amerika bent. Het begint veel later omdat iedereen achteraf niet gebonden is aan de laatste trein, want ze rijden zelf naar huis. Ondanks dat wordt er genoeg alcohol gedronken. Dat is kennelijk geen probleem, maar eventueel een minderjarige aan een biertje helpen is echt uit den boze. Het publiek dat wel drinkt wordt dan ook met een dubbel hekwerk en identiteitscontrole gescheiden van het niet drinkende publiek. Zou daardoor het publiek ook wat minder enthousiast zijn dan bij ons in Europa?
De volgende dag gingen we het beroemde ondergrondse stadsdeel van Seattle bekijken. Omdat de stad gebouwd is op een modderig landschap dat twee keer per dag zeewater over zich heen krijgt vanwege de getijden en daarnaast als afwatering dient van de ernaast gelegen hogere delen van het land, was die hoeveelheid water meer dan hun rioleringssysteem aankon. Met als gevolg toiletpotten waar je met een trapje op moest klimmen. Uiteindelijk is na een grote brand besloten de stad dan maar te verhogen, met een ondergronds deel van de stad tot gevolg. Na een tour te hebben gevolgd hebben we nog wat meer door de stad gewandeld om wat leuke winkeltjes te bekijken, hebben we omhoog gekeken naar de space needle, hebben we de vis overgegooid zien worden op Pikes place market en eindigden we bij een bakkertje voor thee met gebak. Daar bleken nog 2 van origine Nederlandse dames te zitten die al ruim 40 jaar in de V.S. woonden. Eén ervan (Hilly) vond dat ze een erg groot huis had zo voor haar eentje en bood ons aan daar te komen logeren. Hmm, een echt bed mét een douche, óf een plekje in het bos met hooguit een komposttoilet... De keus was uiteraard snel gemaakt, dus die avond was het gezellig op zijn Nederlands en werd er nog lekker voor ons gekookt ook!
We zijn er uiteindelijk nog 2 dagen gebleven waarin Hilly ons door Seattle en langs al haar favoriete plekjes reed, weer telkens ontzettend goed voor onze inwendige mens zorgde en Vincent als dank haar computer en backup fotos weer op orde maakte.
Na Seattle maakten we nog een stop in Anacortes om er een 'whale cruise' te doen. Ondanks de naam hebben we geen walvis gezien. Wél een zoot orca's. Maar daar kwamen we ook voor :). Op slot zaten er aan alle kanten van de boot en op verschillende afstanden in totaal wel zo'n 20 oraca's. Wat een geweldig gezicht! :).
Vervolgens gingen we weer verder naar het noorden tot we uiteindelijk dan toch in Canada aankwamen. Niks geen groente en fruit controle en gewoon een aardige meid bij de douane. Wat fijn! We zetten onze tenten op een camping in Vancouver op en plonsden toen het zwembad en daarna de hottub in. Daar ontmoetten we nog een jong Duits gezin dat ons en nog 2 Duitse jongens uitnodigde om die avond te komen barbecueën. Dit was zo gezellig en de door ons meegebrachte bananen met chocola vielen zo goed in de smaak dat we het de volgende avond na een dag bij het Capilano suspension bridge park te hebben doorgebracht, het nog eens dunnetjes overdeden.
De volgende ochtend werden we wakker terwijl we omsingeld waren door een heel tentenkamp met vermoedelijk Denen. Na de picknicktafel voor onze tentjes te hebben ontdaan van deze Deense tassen en spullen hadden we dan ons laatste ontbijtje samen met Vincent. Tja, helaas zaten de vijf weken met Vincent er alweer op en moesten we hem op het vliegveld afzetten. :( Na nog een laatste gezamenlijke kopje thee en chocolademelk en een dikke knuffel zwaaiden we hem uit terwijl hij langs de douane verdween... En toen waren we weer met zijn tweeën. Hoewel, niet voor lang, want we waren weer op weg naar Seattle om de auto in te leveren, en daar woonde ondertussen een bekende ;). Voordat we de grens met de V.S. weer overstaken kookten we een uitgebreide lunch om al ons verse voedsel én uiteraard onze knoflook op te maken, voordat die het ondertussen bekende lot beschoren zou zijn. Tot onze verbazing maakte het de V.S. totaal niet uit wat we mee naar binnen namen, maar was de douanebeambte weer net zo vervelend als altijd. Waarom heb je na het binnengaan van de V.S. altijd het gevoel dat je zojuist met iemand ruzie hebt staan maken?
Dit euvel was echter gauw vergeten toen we weer bij Hilly binnen stapten. Net als tevoren was het weer hartstikke gezellig en deze keer zijn we dan ook wat langer gebleven. Naast het vele kletsen en het daardoor vaak te laat naar bed gaan, het volgestopt, bemoederd, rondgereden en in t algemeen dus verwend te worden door Hilly hebben we toch nog het één en ander gedaan. We hebben de auto ingeleverd, zijn o.a. naar het Chihuli glas museum en het vliegtuig museum geweest, hebben nog wat gewandeld in de omgeving van Seattle en zijn uiteindelijk met Hilly naar Vancouver Island gereisd waar ze een vriend op ging zoeken. Aangezien dit een beslissing op het laatste moment was waren we te laat om nog kaartjes te kunnen kopen voor de ferrie en was het een kwestie van eerder zijn dan de rest. Toen we bij de ferrie in Port Angeles aankwamen was het er behoorlijk druk. Kennelijk vanwege een marathon die op Vancouver Island gehouden zou worden. Aangezien wij nummer 16 in de reserverij waren en ons was medegedeeld dat er vaak nog 20-30 autos extra meekonden, hadden we goede hoop. Toch bleken we net pech te hebben toen het hek precies voor onze neus dicht ging. Er zat niets anders op dan het de volgende ochtend nogmaals te proberen.
Eerst informeerden we naar motel prijzen, maar die bleken niet echt goedkoop. Wij hadden al onze spullen mee en konden in principe kamperen, ware het niet dat Hilly daar totaal niet op was voorbereid. Toch leek het Hilly zo'n leuk idee om te kamperen dat ze in een winkel gauw een foam matras, deken en kussen ging kopen. Zo met de achterbank van de auto plat lag ze er als een prinses bij en met een stuk meer ruimte dan wij in onze Camry in Australië. ;) Om even voor 4 ging onze wekker alweer en na vlug onze tent te hebben opgepakt reden we naar de haven. Daar waren we auto nummer 4 en vandaag hopelijk wel op tijd. Toen het kantoortje om 7 uur open ging en we deze keer geen reservenummer kregen hadden we goede hoop, maar we durfden pas te juichen toen we daadwerkelijk op de boot zaten.
Het was een relatief kort tochtje, maar met een mooi uitzicht over de Olympics achter ons. Verontrustend is wel dat er geen sneeuw meer op ze ligt...
Op Vancouver Island arriveerden we in Victoria en na een kort rondje door de stad gewandeld te hebben gingen we naar Sooke. Daar werden we hartelijk door Steve en Laury ontvangen en werd er wederom weer erg goed voor ons gezorgd.
Aangezien Hilly interieurs ontwerpt en ook dit huis onder handen had genomen, vonden we het toch wat onpersoonlijk aandoen. Daarnaast zat er ook een gigantische keuken in het huis, maar waren de helft van alle kastjes leeg... Later kwamen we er echter achter dat deze mensen hier helemaal niet woonden, maar dat ze het huis hadden om te verhuren… Vandaar!
Uiteraard kregen we weer een eigen kamer. We konden kiezen uit de 'groene' of de 'oranje' kamer. Aangezien de groene het mooiste uitzicht had en een formaat bed waar je tenminste niet in kon verdwalen, besloten we deze te nemen. Hoe Hilly het in het bed op de oranje kamer gered heeft zo in haar eentje, is ons een raadsel ;)
Behalve ons drieën hadden ze nog een vriend en een buurjongen te gast. We hebben nog een wandeling gemaakt, maar de meeste tijd hebben we buiten in het zonnetje zittend en al kletsend met iedereen doorgebracht.
Na het korte tripje op Vancouver Island werden we door Hilly op het vliegveld van Vancouver afgezet. Niet om net zoals Vincent te gaan vliegen, maar om onze nieuwste huurauto op te halen. Het was wel weer jammer om van Hilly (a.k.a. 'Mama Seattle') en de bijbehorende gezelligheid afscheid te nemen, maar zij reed hier vandaan weer naar huis terwijl wij echter weg reden met onze nieuwe Fiat 500! Volgens Bette wel een leukie, volgens Lars een koektrommel. Het was even spannend of 2 lange mensen met grote backpacks en wat voorraden er wel in zouden passen, maar dat viel reuze mee. Eigenlijk was het wel handig, je hebt minder ruimte om er een rommeltje van te maken ;)
Deze avond bleven we nog even in Vancouver, dus gingen we weer eens naar een hostel. Het voelde wel weer vertrouwd en bijna nostalgisch toen we daar de drempel over stapten. Tegen de avond begon het echter alweer wat op onze zenuwen te werken, want dit was wel een héél erg druk en groot hostel. Na een nachtje op een kamer met bijna 30 andere mensen gingen we naar het Museum of Anthropology om onze kennis over Indianen, of ‘the First Nations People’ zoals ze die hier noemen, bij te spijkeren. Het museum was erg mooi opgezet, en dat de museumopslag in principe een open opstelling is waar je lekker in kon rondsnuffelen, was wel een pluspunt. Toch verbaasde het ons wel hoeveel ‘modern’ spul er stond (spullen die gemaakt zijn door mensen die nu nog leven) en dat 1/16e Indiaans bloed (waar je waarschijnlijk recentelijk bent achtergekomen) voldoende is om je inheems te noemen.
Onze tocht ging verder langs de zeestraat ‘Queen Charlotte Sound’, wat gek genoeg heel erg veel leek op de gelijknamige zeestraat in Nieuw Zeeland. Wederom weer erg mooi! De weg die hier doorheen rijdt heet de ‘Sea to Sky Highway’, en doet zijn naam eer aan.
In dit rotsige landschap viel het ‘s avonds vervolgens niet mee om onze tentharingen de grond in te krijgen, maar na hem buiten het toegestane vak te hebben gesleept, ging het een stuk beter. Toen vervolgens de boswachter kwam om het geld voor deze avond te innen, maakte hij er helemaal geen probleem van. Sterker nog, hij was gewoon erg vriendelijk. Wat ons aangenaam verraste na de V.S.
Na nog twee dagen rustig verder rijden en onderweg hier en daar wat natuurschoon bewonderd te hebben kwamen we dan aan op de plaats van onze bestemming: Jasper National Park.
Wat we daar allemaal gedaan en vooral gezien hebben, lezen jullie in ons volgende en helaas laatste blog! :)


ENGLISH -- ENGLISH -- ENGLISH -- ENGLISH -- ENGLISH -- ENGLISH -- ENGLISH -- ENGLISH
Hi everybody,
It took a while since our last blog, but here is another one. Enjoy!
We drove into Oregon. Already our 7th state of the U.S.! We came to have a look at the lake of 'Crater Lake National Park', but that was totally invisible because of the very thick fog we ended up in, driving up the volcano. A bit disappointed we drove on and out of the National Park, to have a look at some waterfalls at a lower altitude. They turned out to be worth our visit, and after having camped and spend the night there as well, we decided to go back up the volcano and give it another try. That was a good choice, because it indeed was beautiful. Especially with the still present snow here and there.
Our journey took us further down winding roads and a beautiful green environment. Finding a camping spot for the night turned out to be a bit difficult. Being cut off from the outside world as we are while travelling, we had no idea it was Memorial day today. A good reason for every American to go off and camp. So all we noticed was that every camping spot was taken before we arrived... But never mind that, Vincent had his supersonic mobile phone with GPS and maps, which also happened to know where campgrounds were located. So we took the phone’s advice and drove to the nearest campsite. Upon taking the exit, we were greeted by a sign with a very moralistic phrase on it, and then a lot of turns and a steep road. At the end of the winding road we didn’t end up at an campsite, but more like a kind of camp. After initially turning back, we decided to ask anyway. And yes, this turned out to be a Christian camp in the make! Even though they were still building it, they did care for their fellow human being, and let us stay a night. We had hoped to have a shower and a flush toilet this night, but we had to make do behind some tussocks of grass...
Our journey continued up the coast until a beach with dunes that looked remarkably like the ones we have at home. We stopped at Jahats (or that is how you pronounce it anyway) to have a taste of some wines and to give Vincent a bit of pink cheeks. This night we were in luck, we found a campground with space left, ánd we had a nice campfire in the evening. The next morning we went to the beach to tease some anemones in the tide pools, have a closer look at some very large sea stars and spot some seals on a rock, before we drove on and enjoyed all the other beauty around us.
This night we experienced again how weird it is to want to camp in a tent, because all the campgrounds we encountered only had RV spaces. That is, houses on wheels. From the humble size of a large passenger car up until the large touringcar busses WITH tow bar for the Mini. Because, think about it, that bus is convenient to camp in, but not to drive in! And while those huge monsters will definitely sink away in grass, as a precautionary measure, all the grass is casted with concrete. Of course the sites are arranged in a way that on the one side you can drive onto them, and leave on the other side. (so-called ‘pull-through’ sites) Again because those RV’s are not meant to drive in, let alone to park in backwards. To make those campers really happy, most sites are facilitated with ‘full hookup’. We, being Europeans, would be happy with an electric outlet and water on walking distance, but not if you are an American. The water tap is right next to your site, and has screw thread on the spout to attach your hosepipe to it. Of course one electric outlet isn’t enough, and you at least get two, and while they were busy installing cables anyway, why not add a tv-cable? Because, after parking such a big monster, what else are you going to do for the rest of the day? But, since you are inside the entire day watching telly, you don’t feel like walking the distance to the common bathroom block. Instead, a full-hookup comes with a local kind of sewer system, to which you can attach a the big hose that comes with your RV, and dump all your liquid waste immediately. If that isn’t comfortable camping?! But returning to where I started: a tent with pegs, doesn’t thrive so well on concrete, so we had trouble finding a proper campground that was accustomed to our needs. At one of these fancy RV campgrounds a lady behind the counter was nice enough to print a map with all the nearest less luxurious forest-campgrounds which were suitable for two tents.


The next activity was finding a tourist information in Portland. The so called beer capital of the U.S. When we finally found the information shop, it turned out that there wasn’t much of the tasting in Portland, but more of the drinking of beer. To go and get a proper tasting we had to drive another 100 km’s to the northeast. But there, it was perfect. First we had a tour through the brewery. After that we could taste their beer in the café. After tasting two planks with 6 beers we decided unanimously that their ‘session cream’ was the tastiest.
Next on the program were more...? Yes, more volcanoes! First we went to Mount St. Helens of which the mountain top was blown away in 1980. The surrounding landscape is still recovering from this violence. Then to Mount Rainier. Also here there was still quite some smaller and larger patches of snow lying around, even though it was pretty warm. With this nice weather we decided to make a stroll. Gradually we encountered more and more snow, until we reached a steep descend with a zigzagging path. We decided to take advantage of the beautiful weather and slide down the mountain on our bottoms and bellies. After that we were of course soaking wet, but hey, who cares? :)
With a view on Mount Rainier, lies Seattle. We didn’t necessarily want to go here, except for returning our rental car when Vincent would leave, but it turned out that Apocalyptica would be in the city tonight and give a concert. After buying tickets we went looking for accommodation. The motels were pretty expensive, so we ended up at a campsite just outside the city. The concert was marvellous of course. It would have been anyway, because of the fact you are in the U.S. Concerts here start a lot later. Probably because nobody is bound to public transport time schedules, because everybody is driving home themselves. Even though there is a lot of alcohol that is being consumed. Apparently that is not a problem, but helping a minor to a beer is really out of the question. The public that is drinking is fenced off with a double fence and an identity-check from the not-drinking crowd. Can that be the reason for a less enthusiastic crowd than we are used to in Europe?
Since we now were in Seattle anyway, we went to see the famous underground part of the city. Because the city has been build on muddy land next to the sea, it gets on the one hand flooded twice a day by the tides, but on the other also because of the rainwater that comes running down the slopes from more inland. That much water was more than their drainage and sewer system could handle, with elevated toilet pots that can only be reached by stairs, as a result. After a big fire it was decided to elevate the city to get rid of all the drainage problems, with an underground city as a result. After following a tour down this part of the city and walking around the city for some nice shops, we looked up the space needle, saw fish being thrown over at Pikes place market, and ended at a bakery for some tea and cake. At that bakery we ran into 2 ladies that were originally Dutch, but had been living in the U.S. for around 40 years. One of them (Hilly) decided her house was much too big for just herself, and asked us to come stay with her. Hmm, a real bed wíth a shower, ór a space in the forest with at best a composting toilet... That choice was easily made, so this night was ‘gezellig’ the Dutch way, and in addition we had a wonderful dinner.
We eventually stayed another 2 days in which Hilly drove us through Seattle and along all her favourite spots of the city. Of course she took very well care of us, and as a thanks, Vincent got her computer working again and retrieved some backup photo’s.
After Seattle we made another stop in Anacortes for a ‘whale cruise’. Despite the name, we didn’t see any whales. What we did see were orca’s. But that was exactly what we came for :). In the end the boat was surrounded by about 20 orcas. What a magnificent sight! :)
We kept driving further north, until we finally reached Canada. No fruit and vegetable checkpoint, and just a friendly girl at customs. How lovely! We pitched our tents at a campground in Vancouver and jumped into the swimming pool and then the hot tub. There we met a young German family that invited us and two other German boys to come and barbeque with them. We all enjoyed this so much (or probably just our bananas with chocolate;) ), that after going to the Capilano Suspension bridge during the next day, we barbequed that night together as well.
The next morning we woke up while we were being surrounded by a whole camp of tents from presumably Danish kids. After having removed all of their stuff from the picnic table in front of our tents, we had our last breakfast together with Vincent. Yes, unfortunately our five weeks with Vincent were over already, and we had to bring him to the airport. :( After one last shared cup of tea and a chocolate milk, we gave him a big hug and waved at him until he disappeared behind customs... And then we were again just with the two of us. Although, not for too long, because we were going back to Seattle to return the rental car, and we now had an acquaintance living in Seattle. ;) Before we crossed the border with the U.S., we cooked an elaborate meal to get rid of all our fresh fruit and vegetables, ánd of course, our garlic. (before it would suffer the same fate as usual...) To our surprise the U.S. didn’t care for our food, but the customs officer was as annoying as always. Why do you always have the feeling of having to argue with someone when you enter the U.S.?
This unpleasant encounter was readily forgotten when we entered Hilly’s house again. Just like before it was pleasant and homely, and this time we stayed a little longer. Besides all the talking and as a result going to bed late, we were fed heaps of good stuff, were driven around and in general being pampered by Hilly. We returned the car, went amongst other things to the Chihuli glass museum, and the airplane museum and walked in and around Seattle. Eventually we even went with Hilly to Vancouver Island to visit a friend of hers. Because this was a last moment decision we were too late to buy tickets for the ferry online, so we just had to be sooner than all the other passengers. When we arrived at the ferry in Port Angeles, it was pretty crowded already. Apparently because there was a marathon on Vancouver Island to be held this weekend. Because we were told that around 20-30 car spaces were still available, and we had number 16 in the line with ‘spare cars’, we were hopeful. But we just weren’t in luck, because right in front of our nose the gates to the ferry were closed. There was nothing else we could do, than wait and try again next morning.
First we inquired about motel pricing, but they weren’t very cheap. We had all our camping gear with us, but Hilly completely wasn’t prepared for camping. Still, the idea pleased her so much, that we quickly went to buy a foam mattress, duvet and pillow. With the backseat of her car folded down, she looked like a princess on her bed, and with a lot more space than we had in our Australian Camry. ;) Just minutes before 4 o’clock our alarm went off, so we packed our tent and drove to the harbour. This time we were car number four, and hopefully on time. When the ticket office opened at 7 and we were allowed on the waiting strip without waiting number, we were hopeful. Still we didn’t dare to cheer until we were actually on the boat.
The boat ride was relatively short, but with gorgeous views across the Olympic mountain ranges behind us. However, the lack of snow on them is disconcerting...
We arrived in Victoria on Vancouver Island, and after a short stroll through the city we went to Sooke. There we were greeted warmly by Steve and Laury, and again perfectly well taken care of.
Because Hilly is an interior designer for a living, she also took care of this house. Still we felt it was a bit impersonal. It also had a huuuuuge kitchen, but more than half of the cupboards were empty... Later we found out that these people didn’t actually live here, but that they only rented this house out... So that’s why!
Naturally we again received a private room. We had the choice between the ‘green’ or the ‘orange’ room. Because the green one had the prettiest view, and a size of bed in which you at least couldn’t get lost, we decided to take the green one. How Hilly has managed to not get lost in her orange bed, we can only wonder. ;)
Except for the three of us, they had another friend and a neighbour as guests. We made a nice hike, but most of the time we spend outside in the sun, chatting with everyone.
After this short trip to Vancouver Island, we were dropped at Vancouver airport by Hilly. Not to fly, just as Vincent had done, but to collect our latest rental car. It was a pity to say goodbye to Hilly (a.k.a. ‘Mama Seattle’) and the accompanying cosiness, but from here she drove back home, and we drove off with our new Fiat 500! Bette thought it to be cute, but according to Lars it was just a cookie jar. We were a bit afraid that two tall people with backpacks and some groceries wouldn’t fit into this car, bat that went remarkably well. Actually, it was kind of convenient. With less space, you also don’t have the space to make a mess. ;)
This night we stayed for a bit in Vancouver, and even in a hostel. It felt quite familiar and almost nostalgic when we stepped over the threshold. Near the evening it already started a bit to work on our nerves, because this was quite a large and busy hostel. After one night on a room with 30 others, we went to the Museum of Anthropology to brush up our knowledge about Indians, or ‘First Nations People’ as they call them here. The museum was beautifully laid out, and the open depot in which you can happily browse, was a plus. Still it surprised us how much ‘modern’ stuff they had (stuff that is made by people that are living today), and that having 1/16th of Indian blood (which you probably only found out about recently) is enough to call you indigenous.
Our journey continued along the ‘Queen Charlotte Sound’, which funnily enough looks a lot like the sound with the same name in New Zealand. Again really beautiful! The road that takes you through here is called the ‘Sea to Sky Highway’, and really lives up to its name.
In this rocky landscape it wasn’t easy for us to get our tent pegs into the ground, but after dragging our tent outside the permitted camping space, it went a lot better. When next the ranger came to collect the camping fee for this night, he didn’t make any fuss about it. Even better, he was just very friendly and understanding. Which was a pleasant surprise after the U.S.
After two days of relaxed driving and enjoying the scenery we arrived at our latest destination: Jasper National Park. All the things we’ve seen and done over there, you will read in our next and unfortunately last blog! :)

  • 21 November 2015 - 19:51

    Jet Postma:

    Heel mooi weer. Die bananen met chocola op de bbq waren toch nog een recept van Jeanet? Liefs, Jet

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lars & Bette

Actief sinds 16 Juli 2013
Verslag gelezen: 353
Totaal aantal bezoekers 43059

Voorgaande reizen:

30 Juli 2013 - 30 Juli 2015

Wereldreis

Landen bezocht: