Het einde van Azie/ The last of Asia
Door: Bette en Lars
Blijf op de hoogte en volg Lars & Bette
19 Maart 2014 | Singapore, Singapore
Tijd voor een verhandeling over een nieuwe episode van onze reis.
Een ruime 4 uur nadat we van Kochi waren vertrokken landde we op Kuala Lumpur voor onze overstap naar Osaka. Door het tijdsverschil was het inmiddels ochtend en terwijl we in de transfer rij stonden te wachten werd het alweer licht. Eenmaal bij de check-through balie wilde de dame ons visum voor Japan zien, toen we vertelde dat we die niet nodig hadden stond ze ons ongelovig aan te kijken en wilde ze een returnticket zien, die we nog niet hadden geprind. We mochten echter niet door voor we wat lieten zien, dus op de WiFi mail openen en zoeken. Na enig zoeken en traag internet hadden we het ticket gevonden. Ondertussen was de rij vrijelijk door gestroomd en de dame verdwenen. Toen we het ticket aan haar collega lieten zien keek die ons alleen verbaasd aan en stuurde ons door. Ondertussen begon de tijd echter te dringen en moesten we nog door de bagage controle. Gelukkig lukte alles optijd en konden we door naar Osaka, waar we 5 uur en met nog meer tijdsverschil landde.
Het eerste wat ons opviel in Japan was het gebrek aan rondslingerend afval, de vriendelijke behulpzaamheid en de gestructureerdheid: heerlijk! Al waren de prijzen wel even slikken. Na wat info te hebben verzameld pakten we de metro naar de binnenstad en zochten een (niet belachelijk duur) hostel, deden boodschappen, kookten en gingen te bed. De volgende ochtend stonden we vroeg op en pakten we de bus naar Kanazawa, waarbij we onderweg werden getrakteerd op de eerste blikken op het prachtige (besneeuwde) landschap. In Kanazawa aangekomen bezocchten we het museum voor moderne kunst en kwamen we er achter dat het gat in Lars zijn zool niet handig is met sneeuw. Na sluitingstijd gingen we richting onze couchsurf gastvrouw. Sandra, een zwitserse die voor een jaar in Japan werkt en woont, bleek een enthousiaste en vriendelijke meid te zijn. De dag erna nam ze ons mee de stad in voor een ontbijt op de vismarkt, waar ze japanse kroketten hadden. Daarna bezochten we de resten van het kasteel, de beroemde tuin en een wijk met oude huizen, waar we een demonstratie kregen in het maken van bladgoud. We sloten de dag af met shoppen voor schoenen en eten in een japans restaurant. De dag erna moest Sandra s'morgens werken en maakten wij het beslag voor trommelkoek. s'middags nam ze ons mee naar het samurai district waar we wat prachtige oude samurai huizen bekeken. Waarna Sandra een snowboard ging kopen en wij naar de Ninja tempel gingen. Hoewel het niet echt een tempel voor ninjas was heeft het die bijnaam door alle geheime gangen en valstrikken. Eenmaal terug bleek de pan niet groot genoeg voor het beslag dus bakten we het in de koekenpan, ook erg lekker. Hoewel we de zaterdag eigenlijk verder hadden gewild naar Shiragawa-go en Takayama hadden we alleen een ticket voor de zondag kunnen krijgen. Een dagje langer bij Sandra was echter geen straf. Zei ging die dag snowboarden en wij naar Tsurugi om te wandelen, wat door het dikke pak sneeuw niet echt lukte. Uiteindelijk gingen we maar naar het insectenmuseum wat onverwacht interessant was. Zondags namen we toch echt afscheid van onze gastvrouw terwijl zei nogmaals ging snowboarden en wij onze bus gingen pakken.
De bus bracht ons door de bergen en een sneeuwstorm naar het dal van Shirakawa-go. In dit dal zijn een aantal oude dorpen goed bewaard gebleven, waarvan wij er een bezochten. In het dorp gingen we als eerste naar het openlucht museum, waar de sneeuw op de oude huizen met rieten daken voor mooie plaatjes zorgde. Helaas moest bij ieder huisje de schoenen uit (normaal gebruik in Japan, in tegenstelling tot isolatie of CV) zodat onze tenen er op den duur bijna afvroren. Gelukkig vonden we een huisje met vuur en gratis thee zodat we even lekker konden doorwarmen voordat we de rest van het dorp bekeken. Na alles te hebben gezien pakten we een bus door naar Takayama, waar we in no time een mooi hostel hadden gevonden.
De twee dagen erna brachten we door in Takayama met een bezoek aan nog een openlucht museum met meer oude huisjes een bezoek aan het museum voor kunst (art nouveau en art deco) en een rondwandeling door de oude binnenstad en het tempeldistrict. Vanaf Takayama reisden we vervolgens door naar Matsumoto, waar het vinden van een hostel een stuk moeilijker ging. Of we konden het niet vinden, of ze waren dicht ivm de winter. Uiteindelijk wisten we toch wat te vinden, een lokaal huis met een aantal slaapplaatsen. Echte Japanse stijl en dus koud, maar wel een leuke ervaring. De dag erna bezochten we het kasteel van Matsumoto en vierden het feit dat we een halfjaar onderweg waren met een gebakje, waarna we doorgingen naar Tokyo.
In Tokyo was het minder koud als in de andere plaatsen waar we waren geweest en er lag ook geen sneeuw. Ons hostel lag vlakbij de skytree, met ruim 600m het hoogste gebouw van Japan. Toen we s'avonds aankwamen was het mooi verlicht. In ons hostel kregen we als welkom een glaasje pruimenwijn, Lekker! Helaas waren de keuken faciliteiten mindergoed als in de voorgaande hostels. Te weinig servies, bestek en pannen en geen olie. De 2 dagen erna gingen we op verkenning door Tokyo, gadgets kijken in het sonygebouw, verschillende architectonische hoogstandjes bewonderen, langs het keizerlijke paleis, het Shibuya kruispunt oversteken en shoppen in Harajuka. Op de derde dag wilden we naar een museum, dat gesloten bleek en keken we rond voor een nieuwe camera. Daarna pakten we de bus naar Mt. Fuji, de beroemdste berg van Japan. Daar hadden we wederom een prachtig hostel, van dezelfde branche als in Takayama. S'avonds bekeken we het licht van de ondergaande zon op de berg en na het eten hadden we de mazzel dat er vuurwerk werd afgestoken. Super mooi, met explosies in de vorm van bloemen, kattekoppen, smilies etc. Hoewel de berg zelf te besneeuwd was om te bewandelen was er wel een prachtige wandeling in de omgeving, over wat lagere bergen en door het bos. De dag erna zat wandelen er niet in door een plotselinge sneeuwbui en gingen we naar een kimono museum van de kunstenaar Itchiku Kubota. Doormiddel van een speciale verftechniek maakte hij prachtige kunstwerken op zeiden kimonos. Omdat het vanaf Fuji een stuk goedkoper was om via Tokyo terug te reizen en dan naar Kyoto te gaan in plaats van rechtstreeks pakten we de dag erna een bus terug en gaven het museum een 2de kans. Helaas bleek het nog steeds dicht, zoals we achterkwamen voor een verandering van de expositie. Hadden ze wel even op de website mogen vermelden. Met meer tijd als verwacht doken we in de camera winkels om de laatste kanshebbers met elkaar te vergelijken. Uiteindelijk liepen we de deur uit met een Casio Exilim ZR500. Met nog een hele middag voor de boeg besloten we weer eens naar de film te gaan en na even zoeken vonden we een bios met Engelse films. De dag erna vertrokken we al vroeg uit Tokyo voor de 8 uur durende busrit naar Kyoto. De eerste dag deden we rustig aan, met wat winkelen en vonden zowaar een delicatessewinkel met stroopwafels. Bette kocht een aantal stoffen met Japanse printjes en lars werkte de kraampjes af op de markt naar lekkere hapjes. Bij een van de kraampjes leken ze zowaar poffertjes te bakken, al bleek het een Japanse versie met zeevruchten in het deeg en soyasaus. Wel erg lekker. De tweede dag was behoorlijk regenachtig zodat we na een aantal mooie tuinen te hebben bekeken een museum indoken. Het museum van Folk arts en crafts bleek erg leuk. Geen saaie expo van nietszeggende attributen, maar uitgebreide beschrijvingen van productieprocessen, doel en gebruik en veel demonstraties van echt vakmanschap. Handgemaakte houten theelepeltjes waren te koop vanaf 300 euro. De derde dag pakten we de bus naar de stadsrand voor een wandeling door het bamboo bos, het bijgelegen park en het dorpje dat ooit als voorpost van Kyoto diende. Na een mooie wandeling pakten we de bus terug naar de stad en bezochten Kyotos landmark de gouden tempel. Een niet al te grote tempel compleet in bladgoud, maar in een prachtige setting. Onze laatste dag stonden we vroeg op en pakten de trein naar Ise. Bij de balie verkochten ze ons eerst een duur ticket met stoelreservering, toen we vroegen om het goedkope ticket werd het de helft goedkoper. De man vergat er alleen bij te zeggen dat we dan niet met de sneltrein mochten en een stoptrein 10 minuten eerder moesten pakken, die we misten. Na 3 uur en 2 overstappen kwamen we aan in Ise. Daar liepen we naar Ise Jingu Geku, een van de twee shinto tempels waar de plaats om bekend staat. En vervolgens door naar de ander Ise Jingu Naiku. De tempels zijn bekend omdat ze sinds 773 iedere 20 jaar compleet herbouwd worden als exacte kopie op een naastgelegen veld. Daarna wordt de oude afgebroken en een balk gebruikt om de nieuwe te voltooien. De rest van het hout gebruiken ze voor andere tempels in het land. Omdat eind 2013 voor de 62ste keer een nieuwe tempel was geopend hadden we de mazzel dat we ze naast elkaar konden zien. Toen we onze terugreis wilden beginnen bleken we op 200yen niet genoeg te hebben. Helaas konden we ook niet met de pin of creditcard betalen. Een rondje langs de verschillende automaten in het dorp, die we bij de touristinfo hadden opgevraagd, leerde ons dat ze nergens buitenlandse kaarten accepteerden. Uiteindelijk werden we uit de brand geholpen door de baas van de touristinfo die ons 1000yen gaf. Omdat iemand hem tijdens een reis in mexico ooit uit de brand had geholpen, al moesten we wel beloven om aan iedereen te vertellen dat Ise gaaf was en zeker de moeite waard. Een stuk later als gepland maar super blij pakten we de trein terug voor onze laatste nacht in Kyoto en Japan. De dag erna was het immers alweer tijd om Japan te verlaten.
De reis naar het vliegveld en de vlucht verliepen soepel en op Kuala Lumpur bleek onze aankomst zelfs makkelijker als onze laatste overstap daar. Helaas was het inmiddels midden in de nacht dus onze nieuwsgierigheid naar de stad buiten het vliegveld moest nog even wachten. Al kregen we wel een eerste glimp van de Petronas torens, prachtig verlicht.
We bleven uiteindelijk maar een dag in de stad. Waarvan we de meeste tijd doorbrachten in de vlindertuin. Aan het eind van de middag liepen we tussen de buien door langs de Kuala Lumpur toren en de monorail naar de twin towers. Helaas konden we niet naar boven, dat kan alleen s morgens, maar dat wisten we. We kwamen er echter wel achter dat er ieder weekend in de concertzaal uitvoeringen waren van het filharmonisch orkest. Een blik op de dresscode was echter genoeg om een bezoek daaraan ook uit te sluiten. Na Kuala Lumpur pakten we de bus naar de Cameron Highlands, een voormalig hillstation van de britten. Het was hier beduidend koeler en aangenamer als in de rest van Maleisië, met temperaturen die deden denken aan een Nederlandse zomer. Onderweg raakten we aan de praat met een française, Nederlandse en een Canadees, met wie we in een hostel belandde, waar we nog een frans stel ontmoette. De volgende dag ging ons reisgezelschap op een tour en wij wandelen met het franse koppel, Fabian en Cecile. We maakte een mooie jungle track over een paadje dat steeds slechter werd. Eenmaal terug in het dorp pakten we een lunch en een valentijnstaartje. Aangezien Fabian een auto had gehuurd konden we daarna nog een stukje touren, waarbij we de theevelden bekeken. Helaas was de plantage zelf al gesloten voor publiek, maar de velden zelf waren prachtig groen. Terwijl we opzoeken waren naar een mooi uitzichtpunt kwamen we bij het mossy forrest een sub canopy walkway tussen allerlei bemoste bomen. Op de terugweg stopten we bij een lokale markt waar we allerlei lekkers voor het avondeten haalden, waaronder aardbeiden met chocoladesaus. De volgende ochtend gingen we nogmaals naar de plantage, die nu wel open was. Daar namen we afscheid van Fabian en Cecile, die doorgingen naar Kuala Lumpur terwijl wij de plantage bekeken en thee dronken. Vervolgens begonnen we aan de lange terugweg. Eerst langs de weg, waar we nogmaals een lift kregen. Daarna over een junglepaadje. De eerste kilometer was zoveel klauteren, afdalen en over wortels en ongevallen bomen klimmen dat we er bijna een uur over deden. Daarna werd het echter beter en schoten we meer op. Ons laatste dagje in de hooglanden maakten we nog een jungle wandeling. Na de hooglanden zakten we weer af naar de warmte en gingen naar het eiland Penang. Hier bleven we twee dagen in de stad georgetown, waar we de oude koloniale architectuur bekeken, (glas)batik, musea en galleries bezochten en de straatkunst bewonderde. Daarnaast gingen we de 2de avond naar een chinese tempel die versierd was met allemaal lampjes voor het nieuwjaar. Toen de zon onderging en de lichtjes werden aangezet leek het complex meer op een kermistent dan een tempel.
Na Georgetown gingen we naar een dorpje aan de andere kant van Penang (Teluk Bahang). Hoewel we er heen gingen voor het strand viel dat nogal tegen. Gelukkig was er ook een nationaal park met mooie wandelingen naar nog mooiere stranden en nog rustig ook, kennelijk wil niet iedereen 1.5 uur door de jungle ploegen om op het strand te kunnen zitten. Een andere attractie die ons goed beviel was de tropische kruiden tuin. Terug van Teluk Bahang verbleven we nog één dagje in Georgetown. Hoewel we naar het Batik glasmuseum wilde bleek deze nogal moeilijk te vinden en nog gesloten ook, beetje jammer.
De volgende ochtend moesten we om 8 uur op het busstation zijn voor de bus naar Melaka. Hoewel de bus pas om half 9 zou vertrekken moesten we er eerder zijn om de bus niet te missen. Uiteindelijk kwam het kreng pas om 9 uur om vervolgens met een omweg om 11 uur aan te komen bij een halte op nog geen half uur van ons hostel, het beloofde weer eens een lange rit te worden. Om 5 uur (2.5 uur later als gezegd) arriveerden we in Melaka waar het nog maar een korte busrit naar ons hostel was, ware het niet dat de bus nog even moest tanken. We werden echter beloond met een leuk hostel, de vrouw achter de balie (Jeanet, een reiziger die de boel 4 dagen waarnam zodat de eigenaar op vakantie kon) was erg vriendelijk en enthousiast. In de avond liepen we via de hoofdstraat (Jonker street) naar het stadhuys aan dutchsquare en vandaar naar een lokaal tentje waar we wat van de lokale specialiteiten probeerden uit onze voormalige handelspost, hierin was echter geen Nederlandse invloed waarneembaar. Wat echter bijna nog leuker was als al het koloniale verleden waren de lokale rickshaws. Inplaats van elkaar te overschreeuwen en klanten bijna over te rijden om hun concurrentie voor te zijn probeerden ze hier gewoon beter te zijn. Het gevolg waren rickshaws als carnavalswagens, zachte banken versierd met lampjes en bloemen en grote boxen waar de meest foute muziek uitkwam. De volgende dag wilden we het stadhuys bezoeken, maar deze was gesloten voor renovatie. Hoewel dit klaar had moeten zijn voor de jaarwisseling is de bouw hier kennelijk net zo punctueel als bij ons. Gelukkig was het Malaysian architectuur museum een goede vervanging. In de middag spraken we met een familie uit ons hostel die al 6 jaar over de wereld fietsten met hun jongste zoon 16 jaar oud. Mooie verhalen, maar toch teveel van het goede.
De dag erna was het einde van onze tijd in Maleisië en namen we de bus naar singapore, vanwaar we de dag erna zouden vliegen. Op de ochtend van onze vlucht bezochten we "the gardens by the bay. Een nieuw park aangelegd voor 1 miljard singapore dollar (640 miljoen euro) die stadstaten hebben altijd geld te veel. In de avond gingen we redelijk optijd naar het vliegveld waar ons een onaangename verassing te wachten stond. We moesten namelijk om Nieuw Zeeland in te komen een vlucht uit het land hebben. Geen probleem zou je zeggen, dan kopen we er een naar australië, toch de volgende bestemming. Alleen moest in dat geval ook het visum voor australië in orde zijn, want anders word je daar niet toegelaten en terug gestuurd naar Nieuw Zeeland. Hoewel we het visum al ruim een week eerder hadden aangevraagd en het in 3 dagen zou worden verwerkt hadden we nog niks gehoord. Dus mochten we niet mee, gelukkig konden we tegen bijbetaling de vlucht verschuiven. Dit kon naar de zondag erop, de woensdag erna of de maandag daarna. We kozen voor de maandag, 1 dan hadden we met 10 dagen extra de tijd om alles te regelen, 2 die was het goedkoopst. Verslagen keerden we terug naar het hostel en stuurden een mail naar de australische immigratie. De volgende ochtend kregen we een mailtje met excuses ze hadden hun systeem geupdate waardoor alles wat langer duurde. Daarnaast wilden ze een röntgenfoto van onze borst om te zien of we geen TBC hadden. Meteen maar een afspraak gemaakt en we konden maandag terecht (goed dat we niet naar zondag hadden verzet) Na een weekend sightseeen gingen we naar de kliniek en met een half uur waren we klaar. Met 4 dagen konden we de uitslag verwachten, gelukkig konden we kiezen voor een spoedbehandeling en werd het voor 20 dollar dezelfde dag behandeld. De middag vermaakten we ons in een waterpark met super gleibanen. Waaronder eentje waar je op een plateau moest staan dat onder je voeten wegklapte waarna je 2 verdiepingen vrije val had voor je supersnel door de rest van de baan ging. Die avond hadden we een mail dat de immigratie onze foto had ontvangen en we in 7 a. 10 werkdagen een uitslag zouden krijgen. Meteen een mail gestuurd of dat niet sneller kon en de volgende ochtend hadden we ons visum binnen. De rest van de week rustig aan gedaan: de botanische tuinen bezocht, nationale orchideeen tuin en een aantal dagen naar het strand, tot onze langverwachte vlucht naar Nieuw Zeeland
---English---English---English---English---
Hello Ya'll,
Time for another episode of our journey.
A 4 hours after we left Kochi we landed at Kuala Lumpur for our transfer. Due to the time difference it became morning while we waited in the line for check-through. The lady of the counter asked for our Visa, so we explained we didn't need one. Then she wanted to see a return ticket which we hadn't print yet. So we had to search it up on our email, and ofcourse the available WiFi was slow as bell. Finally we found it and saw that everybody just walked through now and the lady had disappeared. Her colleague only looked blankly when we showed the ticket and waved us through. By the time we were in a hurt and still had to go through bagage check. Luckily we managed everything in time and 5 hours later we found ourselves in Osaka.
The first thing we noticed was the lack of carbage, the friendly helpfullness and the strict organization (yeay) and the high prices. After getting some information we took the subway to the centre and searched for a not to expenive hostel, did some groceries, cooked and finally went to bed. The next day we took the bus to Kanazawa and on the way we got our first magnificent vieuws of the Japanese (snowy) landscape. Ones in Kanazawa we went to the museum for 21st C. art and found out that the hole in Lars his shoe wasn't really practical with snow. In the evening we went to our Couchsurf host. Sandra, from Switzerland was a really nice and enthusiastic person, and it was really cozy staying at her place. The next day she took us to the fishmarket for breakfast, where we found Japanese Croquettes. After breakfast we went to the remains and reconstructions of the castlle and visited the famous surounding gardens which were beautiful, especially in the snow. Then she showed us one of the two old districts, where we got a demonstration in the making of goldleaves. We ended the day with shopping for shoes and a nice dinner in town.
The next day Sandra had to work in the morning while we prepared something for dinner. After that we met in town and she took us to the other old district, where you have some nice samurai houses. Then we split up again and we headed for the Ninja temple while Sandra went shopping for a snowboard. The Ninja temple wasn't a temple for ninjas, but earns his name to the many tricks, pitfalls and secret passages which made it a good escape route from the castlle. Although we had planned to leave on Saterday the busses to Shirakawa-go had been sold out. Fortunatly Sandra allowed us to stay another day, which we spended on hiking in Tsurugi, while Sandra went snowboarding. Pity enough there was to much snow to walk so we went to a bugmuseum which was surprisingly interesting.
On Sunday we eventualy said goodbye to our host when we headed for our bus and she went out to go snowboarding again. The bus took us through the mountains and a snowstorm to the valley of Shirakawa-go where they have some good preserved nice old buildings. At first we visited the openair museum where the thatched roof houses in the snow offered some nice views. Unfortunately we had to take of our shoes at every house (normal Japanese custom, unlike isolation and central heating) so our feet almost froze off. In one of the last houses we found a fire and free thee though, so we could warm up before we visited the rest of the village.
From Shirakawa-go we took a bus onwards to Takayama where we found a nice hostel in no time. The two days after that we spend on another open air museum with more nice houses, a musuem of art (art nouveau and art reco) and a walk through the old city centre and the temple district. Then we went on to Matsumoto where we had a lot of trouble finding a hostel, our we couldn't find it, our they where closed for winter etc. Eventualy we found a place in a local house in Japanese style, and thus cold. Nonetheless it was a nice experience and only for one night. The next morning we checked out and visited the castlle of Matsumoto after which we collected our bags to go on to Tokyo. On the way to the bus we bought a little pie to celebrate our half year travel anniversary.
In Tokyo it was less cold and not snowy at all. We had booked a hostel in Asakusa near the skytree, with 600m the highest building of Japan, which was beautifully lit when we arrived. In the hostel we got a glass of plumwine as welcome drink, but the kitchen wasn't as nice as in the hostels before. The next 2 days we explored Tokyo, first the gadgets in the Sony building, some fancy new architecture, passing by the imperial palace, walking the different neighbourhoods, crossing the Shibuya crossing and shopping in Harajuku. The 3th day we wanted to visit a museum of costumes which was closed, and shopped around for a new camera. Then we took the bus to Mt. Fuji, where we had a nice hostel of the same branch as in Takayama. In the evening we watch sunset over the most famous mountain of Japan and after dinner we had the luck of a fireworkshow. Although the mountain was to snowy to walk on there was a nice hiking trail over some nearby mountains and through the forest, which took us 7 hours. A second walk became impossible because the nextday we got a snowstorm. So instead we went to a Kimono museum of the artist Itchiku Kubota. Through a special dying process he maked nice paintings on the silk Kimonos.
Since it was way cheaper to travel back to Tokyo and than onwards to Kyoto Instead of going directly we took a bus back and gave the costume museum a second change. But it was still closed, now we found out it was due to a change of exhibition. So we wend to a camerashop to try the different ones that made it to the final. With a brand new Casio camera we walked out again and with the whole afternoon left we headed to Ginza where we found a nice cinema. The next morning we traded Tokyo for Kyoto which costed us an 8 hour busride.
The next three days we spended with shopping and sightseeing. Bette bought some really beautiful Japanese fabrics on the first day. We went on a nice walk along all kinds of pretty gardens on the second. But since it was raining as hell we soon ended up in the folk arts and crafts museum. We didn't expect much cause most of the times these museums have a large exhibition of al kinds of local artefacts that we do not know and no captions or no English captions to provide some detailed context. But since the entree was free... It turned out really good though; good background explanations of history, use and traditions and step by step manufacturing process descriptions. Which made us wanna try some of the crafts. The third day the wetter was much nicer and we first went to the edge of the city to an old posttown and the local bamboo forest which looked quite nice. Afterwards we took the bus to the golden temple, Kyotos #1 landmark. Although the temple itself was quite simple (but gilded from roof to base) the setting and scenery where marvelous.
Our last day we went to Ise for the famous shinto shrine. Oddly enough this place is very popular with Asian tourists and next to unknown with western people. It took us a 3 hour train ride with 2 interchanges to get there, but it was really nice. There are two main shrines 5km apart, which you can hardly see through big fences. But the special thing is that they rebuilt the shrines every 20 years in an adjacent field in exact the same manner. They finnish the complex with one beam of the old temple after which they break the old one down and distribute the wood to other temples in the country for maintainance. This tradition dates back till 773 and last year they rebuilt the whole thing for the 62nd time. Therefore we had the change to see old and new standing next to eachother. When we decided to go back to Kyoto it turned out we ran 200yen short. At the touristinfo we asked for an ATM but al options turned out negative. In the whole city there was no bank that accepted foreigncards. In the end they called their boss who came and asked us how much we needed and then gave us 1000yen so we could buy something to drink for on the way as well. He didn't want us to get it returned since someone once helped him out in Mexico. Late tiered but gratefull we came back in Kyoto.
The next day we slept in and afterwards Lars started the visa application for Australia. The ride to the airport went quite well just as the check in and flight. Late at night we arrived at Kuala Lumpur where we took a bus to the centre and then walked to our hostel, 2 am we finally went to bed. We only stayed one day in Kuala Lumpur on which we visited a beautiful butterfly garden and went to see the petronas towers. The day after we checked out again and took a bus to the Cameron Highlands.
On our way we met a French and dutch girl and a Canadian guy with whome we went to the same hostel. There we met another French couple Fabian et Cecile. While the others went on a tour to the tea farms the next day, we went hiking with Fabian et Cecile. We explored one of the many jungle trails in the vicinity, and came back in the afternoon. Then we took the car of Fabian and drove to the tea plantations. although the visitor centre was already closed it was beautiful to drive between the green fields. From the fields we went to the mountaintop in the hope of a nice birdsvieuw. Instead we found mossy forest a subcanopy walkway between moscovered trees. After a litlle walk we took the car down again and stopped in a small village on the way back. There was a market with lots of food and especially strawberries dipped in chocolate. Here we gathered our dinner and drove back to the hostel. The next day everybody except us moved on again, but Fabian and Cecile first gave us a ride to the plantations again where we went to the visitor centre for some information on the art of growing and drinking tea. From the plantations we walked back first along the road, then over a jungle trail. The first part was so difficult that it took us an hour for the first kilometre. The last day we did another nice walk and then relaxed the late afternoon enjoying the nice climate up in the mountains.
From the highlands we took a bus to Georgetown on Penang. It took us sometime to find a nice hostel, meanwhile we had to walk around with our stuff in the tropical heat. Georgetown has a nice old centre, but is mainly known because of its food and streetart. The next two days where mostly focussed on these things, sightseeing and galleries in the morning then siesta and eating in the evening. Although we did some additional sightseeing on the evening of the second day. We went to a Chinese temple on the hill, which they had lit for the new year festivities. After sunset the whole thing lighted up like a Christmas tree. It looked a bit like a Carnaval tent.
The next day we moved to the town of Teluk Behang on the other side of the island. The beach there was a bit disappointing but the rainforest had beautiful tracks which ended on really nice beaches and totally private. Furthermore we visited a tropical fruit garden before we went back to Georgetown. There we stayed one more day and went to visit a glass museum which wasn't a museum and closed anyhow. So we went shopping instead. The next day we got up early to catch a bus to Melaka. which turned up an hour late and then drove round for two hours to get to the busstop next to the ferry, half an hour from our hotel. We arrived later in Melaka then expected but found our hostel pretty quick. It looked nice and the lady there was really friendly. In the evening we went out for dinner and walked through "Jonkerstreet" and "Dutchsquare" Yep we where really in an old colonial town, even the architecture was so familiar. The only thing that was completely a surprise where the local rickshaws. The owners did there verybest to make them as special as possible with soft benches, flowers and lamps that shone up in the night and all had speakers with the most terrible music. The next day we wanted to see some more of our colonial heritage. The "stadthuys" however was closed for renovations. After some wandering around between the other old buildings we ended up in the Malaysian museum of architecture.
The next day we left Malaysia for Singapore from where we were supposed to fly the next day. Unfortunately we were denied boarding since we didn't have an exit flight. Buying one to Australia wouldn't help since we would have to show our Australian visa then. So after rescheduling our flight we went back to our hostel. Next day we heard from the australian immigration that they where delayed because of a system update, and that they wanted an chest x-ray. So we made an appointment at a clinic for the Monday. Making the X-ray only took half an hour and with a 20 dollar extra payment they would process it the same day instead in 4 days. Next day we had our visa and could we enjoy the rest of our time with the national orchid garden, the botanical gardens, a waterpark and laying on Sentose beach till our long expected flight to New Zealand
-
20 Maart 2014 - 19:53
Jet Postma:
Ha Lars en Bette, dank voor het verslag. Ben ik weer helemaal bij! Groetjes, tante Jet. -
03 April 2014 - 13:54
Anneke De Graaff:
Hoi liefies, het duurde even voor ik jullie verslag kon lezen wegens hak en breek werk in de badkamer,dat gaf enige machinale en verbale overlast, ha,ha! Het voordeel is wel dat ik nu gelijk de foto's kon bewonderen die bij het verslag hoorden. -
15 Juni 2014 - 16:06
Sander:
Lees dit verslag nu pas, loop een beetje achter haha
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley